Als uit de procedure ‘massaal bezwaar plus’ volgt dat niet-bezwaarmakers in aanmerking komen voor rechtsherstel, dan vindt dit rechtsherstel op dezelfde wijze plaats als bij bezwaarmakers. Dit antwoordt staatssecretaris Van Rij op vragen hierover van de Eerste Kamer. Het herstel zal dan dus ook gebaseerd zijn op het Beleidsbesluit rechtsherstel box 3. De inspecteur zal voor alle aanslagen 2017-2020 van niet-bezwaarmakers bepalen of deze verminderd moeten worden. Is de niet-bezwaarmaker het niet eens met het geboden rechtsherstel, dan kan hij/zij binnen de gestelde termijn verzoeken om ambtshalve vermindering. Bij een afwijzing van dit verzoek staat daartegen vervolgens bezwaar en beroep open.

De belangenorganisaties zijn op de hoogte gebracht van dit antwoord. Van Rij vestigt opnieuw de aandacht op de uitspraak van de Hoge Raad van 20 mei 2022, waarin wordt geoordeeld dat voor niet-bezwaarmakers geen recht bestaat op rechtsherstel, zoals bedoeld in het Kerstarrest. De belangenorganisaties zien echter reden om opnieuw te procederen, omdat zij daarvoor nieuwe rechtsvragen en gronden hebben die niet aan de orde zijn geweest in de uitspraak van 20 mei 2022. Die rechtsvragen worden momenteel in overleg met het ministerie van Financiën geformuleerd. Ook worden de zaken geselecteerd die in de procedure ‘massaal bezwaar plus’ zullen worden voorgelegd aan de belastingrechter. Een uitspraak op de procedure ‘massaal bezwaar plus’ wordt op z’n vroegst in 2023 verwacht.

Afhandeling
Als rechtsherstel ook aan niet-bezwaarmakers moet worden geboden, dan zal de inspecteur eerst een collectieve uitspraak en collectieve beslissing doen op de bezwaren en ambtshalve verminderingsverzoeken die onder de procedure vallen. Vervolgens zal de inspecteur voor alle niet-bezwaarmakers over de jaren 2017 – 2020 bepalen of de aanslag verminderd moet worden. Ongeacht het feit of er een verzoek om ambtshalve vermindering is ingediend. Tegen de collectieve uitspraak of beslissing staan geen rechtsmiddelen open. Wel kunnen de niet-bezwaarmakers binnen een vergelijkbare termijn als de bezwaarmakers, om ambtshalve vermindering verzoeken. Van belang hierbij is – met name voor de aanslag 2017 – dat de 5-jaartermijn hiervoor niet meer relevant is, mocht die inmiddels zijn verstreken.

Pin It on Pinterest